Onze laatste dag in Québec City. In de voormiddag bezoeken we het "Maison de la Decouverte des Plaines d'Abraham". De Plaines d'Abraham zijn die velden waar in 1759 een veldslag plaatsvond tussen de Fransen en de Engelsen. Die veldslag (die de Engelsen trouwens wonnen) duurde slechts een halfuurtje maar de verliezen in beide kampen waren enorm. Voor een filmpje over deze historische gebeurtenis, klik hier.
In 1908 werd van die velden een groot stadspark gemaakt, en daarom vieren ze nu, in 2008, het honderdjarig bestaan van dit park. De grote festiviteiten voor dit honderdjarig bestaan vinden voornamelijk plaats in de lente en de zomer, en daarom houden wij ons zoet met de leuke, mediagenieke videotentoonstelling.
We passeren ook nog snel in het leuke "Choco Musée Erico" en kopen er een paar speciale latten chocolade, bv. met gember, rode peper, of anijs. 's Middags gaan we eten in het gerenommeerde restaurant "Aux Anciens Canadiens". Normaalgezien héél duur, maar gelukkig hebben ze 's middags een goedkope menu. En het smaakt voortreffelijk!
En dan... is het tijd om naar huis te gaan. Weer de bus op voor 6 uur (maar ik mag niet klagen, ik las zonet dat de Hiltonbackpackers maar liefst 25 uur op de bus hebben gezeten :-) en 's avonds komen we moe maar tevreden in Ottawa aan. We hebben jammergenoeg geen tijd gehad om het fameuze Ice Hotel (op 30 minuten rijden van Québec City) te bezoeken, dat zal voor een volgende keer zijn...!
zondag 24 februari 2008
Québec-4
We beginnen onze dag met een mooie wandeling op de 4.6 km lange stadsomwallingen. Québec City is immers de enigste stad van Noord-Amerika met dergelijke "fortifications" of "remparts".
Daarna nemen we de boot naar Lévis, het stadje aan de overkant van de Saint Laurence River. De boottocht duurt slechts 15 minuten maar is echt machtig: de rivier is deels bevroren en de boot moet dus door dat ijs 'breken'. We voelen ons bijna zoals op de Titanic; maar gelukkig bereiken we veilig en wel de overkant :-)
Na een kort bezoek aan het charmante chocoladewinkeltje "Les Chocolats Favoris" keren we met de boot terug naar Québec. 's Middags eten we er in "Chez Ashton" een echte Québécois specialteit: Poutine! Dat zijn frieten met brokken kaas erop, overgoten met gravy (=een soort bruine vleessaus). De legende wil dat poutine in 1957 "uitgevonden" werd toen een klant zijn frieten en zijn kaas in hetzelfde papier inpakte. De ober zou gemurmeld hebben "quel poutine", wat zoveel betekent als "what a mess"...
Nu, ik moet toegeven: die poutine smaakte heerlijk! Hoe vettiger, hoe prettiger ;-) We kunnen er weer tegen en vertrekken naar het Musée des Ursulines de Québec. De centrale figuur in dit museum is Marie de l'Incarnation, een vrouw die in de 17e eeuw het eerste Ursulinenklooster en de eerste meisjesschool in Noord-Amerika oprichtte. We hadden ook graag de kapel bezocht, aangrenzend aan het klooster, maar die blijkt jammergenoeg gesloten. De man aan de kassa fluistert ons wel toe dat we een kans maken om de kapel te bezoeken als we het mooi vragen aan een échte Ursulinezuster...
We weten niet goed wat we met deze geheime informatie moeten aanvangen, tot er op een bepaald moment - als uit het niets !- een nonnetje het museum binnenwandelt. Steven trekt zijn stoute maar vriendelijke schoenen aan en vraagt aan het nonnetje of we de kapel mogen bezoeken. Ze twijfelt even en vraagt ons of we in Québec wonen? Nee dus; we overtuigen haar dat we helemaal vanuit België gekomen zijn om Québec te bezoeken, en dàt slaat aan. Ze fluistert ons toe dat we maar eens moeten aanbellen aan het kloostergebouw zelf, wat verderop in de straat.
Zo gezegd, zo gedaan. We stappen het kloostergebouw binnen, kuisen - zoals gevraagd - onze schoenen helemaal sneeuwvrij, en bellen aan bij de receptie. Uit de verte vraagt soeur Réceptioniste van wie wij de toestemming gekregen hebben om de kapel te betreden. We leggen rustig alles uit, waarna de non een heleboel luidruchtige telefoons pleegt, en we telkens "les Belges!" horen vallen. Na deze telefoonreeks krijgen we te horen dat we nog even geduld moeten hebben...
Na ongeveer 15 minuten komt een Ursulinezuster ons halen voor de rondleiding; onze groep is ondertussen aangevuld met een hypergelovige Fransman en een man uit Toronto. De zuster toont ons de kapel, het klooster, etc... Ze vertelt veel interessante verhalen, en wij luisteren aandachtig. Op het einde van de rondleiding vraagt ze of we nog iets willen weten, en tot onze verbazing begint de man uit Toronto over een tràp. Blijkbaar bezit het klooster de oudste trap van Noord-Amerika! Die trap kun je slechts 2 dagen per jaar bezoeken (in mei) maar voor ons wou de zuster wel een uitzondering maken. We krijgen die trap dus te zien; ze is niet zo speciaal (het is gewoon een houten trap) maar de man uit Toronto begint er hysterisch foto's van te trekken. Het grappige was dat die non die trap helemaal niet zo speciaal vond; ze was wél heel trots op de moderne lift die onlangs in het klooster geïnstalleerd was :-) Tot daar ons interessante - maar bijwijlen bevreemdende - bezoek aan het Ursulinenklooster...
We bekomen bij een pintje in een leuk café in Québec, waarna we een avondwandeling maken in de oude haven en de antiquairswijk. In een echt Québéquois volksrestaurant ("Le Buffet de l'Antiquaire") genieten we van Québécois specialiteiten: Cipaille en Tourtière. Mmmm...!
De oude stadspoorten van Québec
Daarna nemen we de boot naar Lévis, het stadje aan de overkant van de Saint Laurence River. De boottocht duurt slechts 15 minuten maar is echt machtig: de rivier is deels bevroren en de boot moet dus door dat ijs 'breken'. We voelen ons bijna zoals op de Titanic; maar gelukkig bereiken we veilig en wel de overkant :-)
De boot van Québec naar Levis; op de - deels bevroren - Saint Laurence River
Uitzicht vanuit Lévis op Québec City - met het beroemde Château de Frontenac (klik op de panorama-foto om te vergroten)
Na een kort bezoek aan het charmante chocoladewinkeltje "Les Chocolats Favoris" keren we met de boot terug naar Québec. 's Middags eten we er in "Chez Ashton" een echte Québécois specialteit: Poutine! Dat zijn frieten met brokken kaas erop, overgoten met gravy (=een soort bruine vleessaus). De legende wil dat poutine in 1957 "uitgevonden" werd toen een klant zijn frieten en zijn kaas in hetzelfde papier inpakte. De ober zou gemurmeld hebben "quel poutine", wat zoveel betekent als "what a mess"...
Nu, ik moet toegeven: die poutine smaakte heerlijk! Hoe vettiger, hoe prettiger ;-) We kunnen er weer tegen en vertrekken naar het Musée des Ursulines de Québec. De centrale figuur in dit museum is Marie de l'Incarnation, een vrouw die in de 17e eeuw het eerste Ursulinenklooster en de eerste meisjesschool in Noord-Amerika oprichtte. We hadden ook graag de kapel bezocht, aangrenzend aan het klooster, maar die blijkt jammergenoeg gesloten. De man aan de kassa fluistert ons wel toe dat we een kans maken om de kapel te bezoeken als we het mooi vragen aan een échte Ursulinezuster...
We weten niet goed wat we met deze geheime informatie moeten aanvangen, tot er op een bepaald moment - als uit het niets !- een nonnetje het museum binnenwandelt. Steven trekt zijn stoute maar vriendelijke schoenen aan en vraagt aan het nonnetje of we de kapel mogen bezoeken. Ze twijfelt even en vraagt ons of we in Québec wonen? Nee dus; we overtuigen haar dat we helemaal vanuit België gekomen zijn om Québec te bezoeken, en dàt slaat aan. Ze fluistert ons toe dat we maar eens moeten aanbellen aan het kloostergebouw zelf, wat verderop in de straat.
Zo gezegd, zo gedaan. We stappen het kloostergebouw binnen, kuisen - zoals gevraagd - onze schoenen helemaal sneeuwvrij, en bellen aan bij de receptie. Uit de verte vraagt soeur Réceptioniste van wie wij de toestemming gekregen hebben om de kapel te betreden. We leggen rustig alles uit, waarna de non een heleboel luidruchtige telefoons pleegt, en we telkens "les Belges!" horen vallen. Na deze telefoonreeks krijgen we te horen dat we nog even geduld moeten hebben...
De ingang van het klooster... Let ook op de grote hoop sneeuw die aan de randen van het gangpad ligt!
Na ongeveer 15 minuten komt een Ursulinezuster ons halen voor de rondleiding; onze groep is ondertussen aangevuld met een hypergelovige Fransman en een man uit Toronto. De zuster toont ons de kapel, het klooster, etc... Ze vertelt veel interessante verhalen, en wij luisteren aandachtig. Op het einde van de rondleiding vraagt ze of we nog iets willen weten, en tot onze verbazing begint de man uit Toronto over een tràp. Blijkbaar bezit het klooster de oudste trap van Noord-Amerika! Die trap kun je slechts 2 dagen per jaar bezoeken (in mei) maar voor ons wou de zuster wel een uitzondering maken. We krijgen die trap dus te zien; ze is niet zo speciaal (het is gewoon een houten trap) maar de man uit Toronto begint er hysterisch foto's van te trekken. Het grappige was dat die non die trap helemaal niet zo speciaal vond; ze was wél heel trots op de moderne lift die onlangs in het klooster geïnstalleerd was :-) Tot daar ons interessante - maar bijwijlen bevreemdende - bezoek aan het Ursulinenklooster...
We bekomen bij een pintje in een leuk café in Québec, waarna we een avondwandeling maken in de oude haven en de antiquairswijk. In een echt Québéquois volksrestaurant ("Le Buffet de l'Antiquaire") genieten we van Québécois specialiteiten: Cipaille en Tourtière. Mmmm...!
Het kasteel by night...
zaterdag 23 februari 2008
Québec-3
Onze derde dag in Québec is er eentje onder de stralende zon :-) Jammergenoeg is het echt bere-bere-berekoud :-( Zeker -20°C, als het niet nog kouder is. Maar de winterkou kan ons niet deren: gewapend met muts, handschoenen, sjaal en - last but not least - thermisch ondergoed stappen we naar het Musée National des Beaux Arts du Québec. Er zijn veel tentoonstellingen, maar de expositie rond de Inuit kunst spreekt ons het meest aan.
Op ons terugweg stappen we door de Plaines d'Abraham, de velden alwaar de Fransen in 1759 door de Engelsen verslagen werden. Nu is het een groot stadspark - met in de winter talrijke wandel- en langlaufpaden. En... tijdens het Winter Carnival (het grootste wintercarnaval ter wereld!) wordt een stuk van de Plaines d'Abraham omgetoverd in een heuse festivalweide! Op het moment dat wij daar passeerden, waren er paardenraces aan de gang. Dit filmpje geeft een impressie:
Op die festivalweide kon je ook in grote banden van sneeuwhellingen naar beneden glijden en ritjes maken met sneeuwscooters. We laten deze carnavalsattracties links liggen en vergapen ons aan de talrijke sneeuwsculpturen.
We lunchen in het gezellige "Le Petit Coin Latin". Als onze voeten terug ontdooid zijn, vertrekken we voor een bezoek aan het meest gefotografeerde hotel ter wereld: "Fairmont Le Château Frontenac". Het ziet eruit als een echt Disney sprookjeskasteel. En omdat sprookjeskastelen druk bezocht worden, moeten we wat wachten eer wij aan de beurt zijn voor onze rondleiding. We maken van de nood een deugd en wandelen op de Terasse Dufferin, met een prachtig uitzicht op de - deels bevroren - Saint Laurence River.
Na een koffietje in Café Buade is het eindelijk zover! We worden in het hotel rondgeleid door een leuke gidse in 19e eeuwse kledij. Ze vertelt honderduit over de vele verhalen die onlosmakelijk verbonden zijn met het kasteel, dat nu hét symbool van Québec City is geworden. Zo was het bijvoorbeeld in dit kasteel dat Roosevelt en Churchill in 1943 en 1944 samenkwamen om hun strategieën tijdens de tweede wereldoorlog te bespreken.
's Avonds eten we Marokkaans in "Aux deux violons", waarna we paraat staan voor de grote Parade, het hoogtepunt van het 17-dagen durende wintercarnaval. De stoet is echt de moeite; er is niet echt een thema: iedereen doet gewoon zot :-) Bovendien móest je wel constant springen en dansen als je wou dat je voeten niet bevroren! Zoals je kunt zien op de foto's en het filmpje, zaten er trouwens echt knappe praalwagens en reuzenharlekijnen bij.
Op het einde van de stoet wordt de bekende "Bonhomme" door iedereen uitgewuifd. Dit gaat gepaard met het liedje "Salut Bonhomme" dat nog dàgen in mijn hoofd is blijven zitten - tot groot ongenoegen van Steven ;-) Je kunt het horen en zien op dit filmpje:
Op ons terugweg stappen we door de Plaines d'Abraham, de velden alwaar de Fransen in 1759 door de Engelsen verslagen werden. Nu is het een groot stadspark - met in de winter talrijke wandel- en langlaufpaden. En... tijdens het Winter Carnival (het grootste wintercarnaval ter wereld!) wordt een stuk van de Plaines d'Abraham omgetoverd in een heuse festivalweide! Op het moment dat wij daar passeerden, waren er paardenraces aan de gang. Dit filmpje geeft een impressie:
Op die festivalweide kon je ook in grote banden van sneeuwhellingen naar beneden glijden en ritjes maken met sneeuwscooters. We laten deze carnavalsattracties links liggen en vergapen ons aan de talrijke sneeuwsculpturen.
We lunchen in het gezellige "Le Petit Coin Latin". Als onze voeten terug ontdooid zijn, vertrekken we voor een bezoek aan het meest gefotografeerde hotel ter wereld: "Fairmont Le Château Frontenac". Het ziet eruit als een echt Disney sprookjeskasteel. En omdat sprookjeskastelen druk bezocht worden, moeten we wat wachten eer wij aan de beurt zijn voor onze rondleiding. We maken van de nood een deugd en wandelen op de Terasse Dufferin, met een prachtig uitzicht op de - deels bevroren - Saint Laurence River.
Na een koffietje in Café Buade is het eindelijk zover! We worden in het hotel rondgeleid door een leuke gidse in 19e eeuwse kledij. Ze vertelt honderduit over de vele verhalen die onlosmakelijk verbonden zijn met het kasteel, dat nu hét symbool van Québec City is geworden. Zo was het bijvoorbeeld in dit kasteel dat Roosevelt en Churchill in 1943 en 1944 samenkwamen om hun strategieën tijdens de tweede wereldoorlog te bespreken.
Le Château Frontenac
's Avonds eten we Marokkaans in "Aux deux violons", waarna we paraat staan voor de grote Parade, het hoogtepunt van het 17-dagen durende wintercarnaval. De stoet is echt de moeite; er is niet echt een thema: iedereen doet gewoon zot :-) Bovendien móest je wel constant springen en dansen als je wou dat je voeten niet bevroren! Zoals je kunt zien op de foto's en het filmpje, zaten er trouwens echt knappe praalwagens en reuzenharlekijnen bij.
Op het einde van de stoet wordt de bekende "Bonhomme" door iedereen uitgewuifd. Dit gaat gepaard met het liedje "Salut Bonhomme" dat nog dàgen in mijn hoofd is blijven zitten - tot groot ongenoegen van Steven ;-) Je kunt het horen en zien op dit filmpje:
Québec-2
Als we opstaan zien we dat het zo'n 10 cm gesneeuwd heeft. Het winterkleed waaronder Québec reeds rustte, is dus nog wat dikker geworden. Aangezien het buiten bitterkoud is, besluiten we onze city trip te beginnen met enkele museabezoeken. Zoals je zult zien, is Québec echt een stad van superlatieven...
We beginnen met het Musée de l'Amérique Française, het oudste museum van Canada. Er is een interessante tentoonstelling over de Iroquois, de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika. Zij leefden in zeer lange huizen (ook wel "longhouses" genoemd) gemaakt uit boomschors. Ze hadden in het museum zo'n huis nagebouwd - indrukwekkend. Voor de rest verheerlijkt dit museum uiteraard de Franse geschiedenis en cultuur, of wat had je gedacht :-) Het is echt ongelofelijk hoe groot de Franse heerschappij in Noord-Amerika ooit geweest is... Het heeft niet zoveel gescheeld of gans Amerika sprak Français!
We brengen ook een bezoek aan het Musée de la Civilisation. Daar zagen we onder andere de leuke tentoonstelling "Dragons, entre science et fiction" en de architectuursexpo "Urbanopolis". Verder liet ook de fototentoonstelling "Mines des Ordures" een grote indruk op mij na.
Als lunch eten we een hartige pannenkoek in Casse Crêpe Breton. En dat smaakt!
's Namiddags nemen we een kijkje in het "Centre d'Interpretation de Place Royale". (Waarom geven de Quebécois trouwens altijd zulke ellenlange namen aan hun musea?). In dit centrum valt ons opnieuw op hoe belangrijk de handel in beverpels is geweest voor Canada. Van de 16e tot de 19e eeuw waren vilthoeden immers sterk in de mode, en om vilthoeden te maken heb je beverpels nodig. En omdat bevers enorm talrijk waren in Canada, ontstond er een hevige strijd om het monopolie van die winstgevende pelshandel. Een strijd tussen de verschillende Europese handelaars én de indianen, die de bevers vingen en dan omruilden.
Het oudste bedrijf van Canada, de Hudson's Bay Company, dankt haar bestaan trouwens ook aan de handel van beverpelzen. Aan dit bedrijf werd in de 17e eeuw het handelsmonopolie voor de pelzen toegekend. In de 18e eeuw was de "bevereenheid" de eenheid voor de ruilhandel met de indianen. Zo was één bever gelijk aan zes grote messen of vier pond geweerkogels; en waren tien bevers gelijk aan een geweer. "The Bay" is nu nog altijd één van de grootste winkelketens van Canada. Ze zijn in 1991 gestopt met het verkopen van bont, maar in 1997 weer herbegonnen...
Maar ik zal hier stoppen met mijn geschiedenislesjes ;-) ... Of nee, toch niet: in de kelderverdieping van het Centre d'Interpretation vinden we rekken vol 19e eeuwse kledij en we metamorfoseren onszelf naar de tijd van toen :-) Het grappige (?) was dat de andere museumbezoekers dachten dat wij bij het museum hoorden... en prompt foto's van ons begonnen trekken. Blijkbaar hebben wij wel iets weg van een 19e eeuws koppeltje :-S. Oordeel zelf maar:
's Avonds dalen we - zonder onze nek te breken - de "Escalier Casse-Cou" af en wandelen we door het smalste en één van de oudste straatjes van Noord-Amerika: de Rue du Petit Champlain.
Het is er zeer pittoresk... maar ook zeer toeristisch. Aangezien we zelf ook toeristen zijn besluiten we te dineren in het restaurant "Le Lapin Sauté", gelegen in dat smalste straatje :-) We smullen er van "Lapin à l'érable" en "Lapin aux deux moutardes", vergezeld van een karaf roze cider. Een waar feestmaal! We besluiten deze mooie dag met een frisse pint in de jeugdherberg.
We beginnen met het Musée de l'Amérique Française, het oudste museum van Canada. Er is een interessante tentoonstelling over de Iroquois, de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika. Zij leefden in zeer lange huizen (ook wel "longhouses" genoemd) gemaakt uit boomschors. Ze hadden in het museum zo'n huis nagebouwd - indrukwekkend. Voor de rest verheerlijkt dit museum uiteraard de Franse geschiedenis en cultuur, of wat had je gedacht :-) Het is echt ongelofelijk hoe groot de Franse heerschappij in Noord-Amerika ooit geweest is... Het heeft niet zoveel gescheeld of gans Amerika sprak Français!
Het seminarie grenzend aan het Musée d'Amérique Française
We brengen ook een bezoek aan het Musée de la Civilisation. Daar zagen we onder andere de leuke tentoonstelling "Dragons, entre science et fiction" en de architectuursexpo "Urbanopolis". Verder liet ook de fototentoonstelling "Mines des Ordures" een grote indruk op mij na.
Als lunch eten we een hartige pannenkoek in Casse Crêpe Breton. En dat smaakt!
's Namiddags nemen we een kijkje in het "Centre d'Interpretation de Place Royale". (Waarom geven de Quebécois trouwens altijd zulke ellenlange namen aan hun musea?). In dit centrum valt ons opnieuw op hoe belangrijk de handel in beverpels is geweest voor Canada. Van de 16e tot de 19e eeuw waren vilthoeden immers sterk in de mode, en om vilthoeden te maken heb je beverpels nodig. En omdat bevers enorm talrijk waren in Canada, ontstond er een hevige strijd om het monopolie van die winstgevende pelshandel. Een strijd tussen de verschillende Europese handelaars én de indianen, die de bevers vingen en dan omruilden.
Het oudste bedrijf van Canada, de Hudson's Bay Company, dankt haar bestaan trouwens ook aan de handel van beverpelzen. Aan dit bedrijf werd in de 17e eeuw het handelsmonopolie voor de pelzen toegekend. In de 18e eeuw was de "bevereenheid" de eenheid voor de ruilhandel met de indianen. Zo was één bever gelijk aan zes grote messen of vier pond geweerkogels; en waren tien bevers gelijk aan een geweer. "The Bay" is nu nog altijd één van de grootste winkelketens van Canada. Ze zijn in 1991 gestopt met het verkopen van bont, maar in 1997 weer herbegonnen...
Maar ik zal hier stoppen met mijn geschiedenislesjes ;-) ... Of nee, toch niet: in de kelderverdieping van het Centre d'Interpretation vinden we rekken vol 19e eeuwse kledij en we metamorfoseren onszelf naar de tijd van toen :-) Het grappige (?) was dat de andere museumbezoekers dachten dat wij bij het museum hoorden... en prompt foto's van ons begonnen trekken. Blijkbaar hebben wij wel iets weg van een 19e eeuws koppeltje :-S. Oordeel zelf maar:
's Avonds dalen we - zonder onze nek te breken - de "Escalier Casse-Cou" af en wandelen we door het smalste en één van de oudste straatjes van Noord-Amerika: de Rue du Petit Champlain.
Muurschilderingen op de 17e en 18e eeuwse gebouwen nabij Place Royale
Het is er zeer pittoresk... maar ook zeer toeristisch. Aangezien we zelf ook toeristen zijn besluiten we te dineren in het restaurant "Le Lapin Sauté", gelegen in dat smalste straatje :-) We smullen er van "Lapin à l'érable" en "Lapin aux deux moutardes", vergezeld van een karaf roze cider. Een waar feestmaal! We besluiten deze mooie dag met een frisse pint in de jeugdherberg.
Québec-1
Onze valentijntjesdag dit jaar was niet meteen het toppunt van romantiek: we zaten maar liefst 6 uur op de bus... Jaja, op 14 februari zijn wij voor 5 dagen vertrokken naar Québec City! We vertrokken rond de middag in Ottawa om tegen de avond in Québec aan te komen.
Met pak en zak tjokken we van de busterminal naar onze jeugdherberg, die in het hartje van de stad ligt. Het valt meteen op hoe heuvelachtig Québec is... Het is zeker niet makkelijk om op onze eindbestemming te geraken zonder uit te glijden: de weg is niet alleen enorm steil maar ook spekglad. Gelukkig geraken we veilig en wel boven. We gooien onze bagage in de piepkleine kamer en gaan eten in de Commensal. 's Avonds drinken we nog een goeie pint in de bar van de jeugdherberg; want ja hoor: het bier van Québec is veel lekkerder dan dat van Ontario :-)
Het is grappig om te ontdekken dat er nog Belgen er in de jeugdherberg verblijven. Het zijn allemaal Walen, die zich uiteraard kiplekker voelen in het Franssprekende deel van Canada. Nadat Steven de twee barmeiden verleid heeft, gaan we slapen... Klaar om er morgen goed in te vliegen!
Met pak en zak tjokken we van de busterminal naar onze jeugdherberg, die in het hartje van de stad ligt. Het valt meteen op hoe heuvelachtig Québec is... Het is zeker niet makkelijk om op onze eindbestemming te geraken zonder uit te glijden: de weg is niet alleen enorm steil maar ook spekglad. Gelukkig geraken we veilig en wel boven. We gooien onze bagage in de piepkleine kamer en gaan eten in de Commensal. 's Avonds drinken we nog een goeie pint in de bar van de jeugdherberg; want ja hoor: het bier van Québec is veel lekkerder dan dat van Ontario :-)
Het is grappig om te ontdekken dat er nog Belgen er in de jeugdherberg verblijven. Het zijn allemaal Walen, die zich uiteraard kiplekker voelen in het Franssprekende deel van Canada. Nadat Steven de twee barmeiden verleid heeft, gaan we slapen... Klaar om er morgen goed in te vliegen!
maandag 11 februari 2008
Nog geen lente
Wat hoor ik daar allemaal? Dat jullie een warm weekend achter de rug hebben? Temperaturen tot +17°C? Dat jullie al lentekriebels hebben? Dat jullie ijsjes konden likken?? En dat in februari??? Mannekes mannekes mannekes, 't is hier nog winter zunne. De lente begint pas op 21 maart hé. Vanochtend (maandag) was het hier -18°C met een gevoelstemperatuur van -29°. Let vooral op het minnetje voor de 18 en de 29 ;-) 't Is hier dus nog goed aan't winteren. De lente is hier nog niet in aantocht. Dat zal wat geven als wij eind maart naar België komen. Wat voor kleren moeten we meebrengen? Een shortje en een marcelleke? Tips zijn welkom!
zondag 10 februari 2008
Winterlude-4
Vandaag (zondag) voor de laatste keer gaan winterluden :-) Het was koud, maar de zon scheen en dat zorgde voor perfect schaatsweer. We waren met ons tweetjes en konden dus van jetje geven. We hebben geprobeerd het ganse kanaal af te schaatsen, maar dat bleek nogal hoog gegrepen. Het is niet voor niets "de langste schaatspiste ter wereld"... De piste is 7.5 km lang - heen heen en terug maakt dat dus 15 km. Bovendien stoppen we af en toe om ons ding te doen; Steven zijn ding is fotograferen; mijn ding is eten en drinken :-) Dankzij Steven kunnen jullie dus genieten van deze laatste Winterlude fotos:
Me on skates... deze keer mét zonnebril... Zónder zonnebril was bijna niet te doen, je werd verblind door de zonnestralen die weerkaatsen op het ijs
zaterdag 9 februari 2008
Winterlude-3
Vandaag (zaterdag) opnieuw naar 't Winterlude festival geweest. En deze keer om te schaatsen! We waren met vijven: Nicole, Carla, Julia, Steven en ik. En 't was vree geestig... De één kon al wat beter schaatsen dan de ander, maar dat kon de pret niet bederven ;-)
Me on skates :-)
donderdag 7 februari 2008
Winterlude-2
Vorige zondag opnieuw genoten van het Winterlude festival. De ijssculpturen waren nu helemaal afgewerkt en werden prachtig belicht. Een combinatie van kunst, vakmanschap, en véél kitch :-)
Deze ijssculptuur werd de uiteindelijke winnaar:
zaterdag 2 februari 2008
Winterlude-1
Het kanaal is open! Jihaa, we hebben er lang op moeten wachten, maar eind januari was het dan zover. Het ijs was dik genoeg en iedereen die dat wou, mocht op het kanaal wandelen, lopen, rijden, glijden, en vooral: schaatsen.
Vorige week zondag zijn wij al wandelend op het water naar de film geweest (Persepolis, een echte aanrader trouwens). Bevroren water, uiteraard. Heel leuk was dat, te weten dat je wandelt op een kanaal waar 's zomers eendjes in peddelen en boten op varen. Naast ons zoefden de vele schaatsers voorbij.
Het kanaal is dus een kilometers lange ijspiste, meerbepaald de langste ter wereld! Toertjes draaien op de ijspiste in Brugge of Gent is hiermee vergeleken werkelijk iets voor doetjes ;-) De lange ijspiste is meteen ook dé attractie van het Winterlude Festival dat hier van 1-17 februari in Ottawa plaatsvindt. Tijdens dat festival is er echt vanalles te doen. Een greep uit het aanbod: muziekoptredens, Inuit vertellingen, ijssculpturen, ice fishing, hockeywedstrijden, en natuurlijk veel eten en drinken - iets dat onlosmakelijk verbonden is met àlle goeie festivals... Vandaag (zaterdag) zijn we weer gaan wandelen op het ijs. Een fotoreportage.
Vorige week zondag zijn wij al wandelend op het water naar de film geweest (Persepolis, een echte aanrader trouwens). Bevroren water, uiteraard. Heel leuk was dat, te weten dat je wandelt op een kanaal waar 's zomers eendjes in peddelen en boten op varen. Naast ons zoefden de vele schaatsers voorbij.
Het kanaal is dus een kilometers lange ijspiste, meerbepaald de langste ter wereld! Toertjes draaien op de ijspiste in Brugge of Gent is hiermee vergeleken werkelijk iets voor doetjes ;-) De lange ijspiste is meteen ook dé attractie van het Winterlude Festival dat hier van 1-17 februari in Ottawa plaatsvindt. Tijdens dat festival is er echt vanalles te doen. Een greep uit het aanbod: muziekoptredens, Inuit vertellingen, ijssculpturen, ice fishing, hockeywedstrijden, en natuurlijk veel eten en drinken - iets dat onlosmakelijk verbonden is met àlle goeie festivals... Vandaag (zaterdag) zijn we weer gaan wandelen op het ijs. Een fotoreportage.
Schaatsers op het bevroren Rideau Canal
Abonneren op:
Posts (Atom)