Na een vlotte maar toch vermoeiende vlucht, op zaterdagavond 12 april veilig en wel terug in Canada aangekomen. Het land had een ware metamorfose ondergaan. Het had de voorbije twee weken blijkbaar goed gedooid, met ware overstromingen tot gevolg (zie hier). Die hebben we -gelukkig- allemaal gemist. We herkenden ons tweede thuis bijna niet meer. De sneeuw was weg. Er was - sinds màànden! - opnieuw gras te zien. De vogeltjes floten. De eekhoorntjes huppelden rond. De lente kriebelde.
Wat zeg ik, lente? Dat klinkt bijna te onwaardig voor wat hier de voorbije week gaande was. Zomer is een beter gepaste term. De temperaturen klommen elke dag boven de 20°C. Warmterecords werden dag na dag verbroken (lees hier). De Canadezen liepen rond in slippers en hielden elke avond BBQ feestjes in hun achtertuin. In Bank Street werd je als een Marsmannetje bekeken als je geen lek-ijsje in je handen had. En wij? Wij konden meteen gebruik maken van die ganse valies zomerkleren die we meehadden uit België!
De zomerse temperaturen doen ook de beestjes terug buiten komen. Zo krijgen we geregeld bezoek van een raccoon (wasbeer) op ons terras. Jammergenoeg komt ie enkel 's nachts en hebben we 'm nog nooit gezien. Hij laat wel altijd zijn -euhm- merktekens achter (lees: er ligt altijd stront op ons terras). De Lee's, eigenaars van het huis, hadden echter een niet-te-versmaden techniek gevonden om de raccoon de schrik op het lijf te jagen. Tijdens ons verblijf in Belgie hadden zij er niet beter op gevonden dan een slang en een krokodil op ons terras te plaatsen.
Een fake slang en een fake krokodil, weliswaar, maar toen Steven op zondagochtend door ons keukenraam keek, was hem dat niet meteen duidelijk. Hij schrok zich rot bij het zien van die gevaarlijke beesten, maar als volleerde fotograaf overwon hij snel zijn angst en greep hij meteen zijn fototoestel en sloop stilletjes weer voor het raam. Gelukkig zaten de slang en de krokodil daar nog. Steven trok de foto's van zijn leven. Klaar om op te sturen naar National Geographic. En toen, toen vond hij toch dat de beestjes wel érg lang bleven zitten ;-)
Ze zijn wel angstaanjagend hoor, de beestjes. Vooral Steven zag wit om zijn neus; ik ben niet bang van slangen en krokodillen ;-) Meneer de Wasbeer is blijkbaar ook niet bang van slangen en krokodillen, want hij komt nog elke nacht langs. Misschien heeft hij wel al vriendschap gesloten met de slang en de krokodil - je weet maar nooit wat die beesten 's nachts allemaal uitsteken...
De terugkeer op het werk was ook wel leuk, temeer om te horen dat iedereen me hier zo gemist had :-). Om m'n terugkomst te vieren had ik een grote zak Chocotoffs mee naar't werk. Zitten we tijdens de wekelijkse labmeeting dus met z'n allen rond de grote vergadertafel, met die zak chocotoffs in 't midden. Bij de start van de meeting steekt iedereen zo'n héééérlijke chocotoff in z'n mond. Na een lange, lange (eigenlijk veel té lange stilte voor een labmeeting) mompelt er uiteindelijk iemand al kwijlend "dat het toch wel érg moeilijk praten is, met zo'n chocotoff in je mond". Ziezo, nu kennen m'n Canadese collega's ook het summum van het Belgische snoepgoed. Mission accomplished ;-)
vrijdag 18 april 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Chocotoffs, waarom niet eens uitdelen op de volgende regeringsonderhandelingen??
Een reactie posten